Cremer schreef het gedicht “Aan mijne lieve zuster L. H: H
Cremer den 10de november 1851“ voor zijn zus Louise Henriette Helena Cremer. (zie bij oeuvre - gelegenheidsgedichten)
Louise wordt geboren op 10 november 1828, en was ten tijde
van het gedicht 23 jaar oud. Zoals in het gedicht wordt gemeld heeft Louise
veel last van rug- en hoofdpijn.
Jacob Cremer is in 1851 bevriend met Jacobus Nicolaas Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer (1822-1895). Cremer maakt in die tijd zelfs een
portret van hem (zie hier onder). En Nicolaas maakt een schilderij van Cremer
aan het werk als jonge schilder.
Louise schrijft graag, net zoals haar broer Jacob. Louise schrijft
voor jeugd en damesbladen onder de naam H.H. Soulie. Soulie is een omkering van
de letters van Louise.
Wonderlijk genoeg wordt met regelmaat vermeld dat achter de
schrijfster H.H. Soulie een “L.V. Nagel” schuil gaat. Dat is onjuist. L.V.
Nagel lijkt overigens op de naam van haar moeder: Louise Nagel.
In 1874 verschijnt haar eerste kinderboek “Vertelsels van
tante Laura en haar vriendin” (onder naam H.H. Soulie ). In de jaren ’80
verschijnt een herdruk.
In 1876 publiceert ze
haar tweede (jongens)boek, onder haar eigen naam en pseudoniem, met de titel “Een
avondje bij oom George”.
In de bibliotheek van de U.V.A. is aanwezig het handschrift “Brief
van L.H.H. Tjarda van Starkenborgh-Cremer aan Hugo Suringar Leeuwarden” uit
1876.
Jacobus en Louise wonen na hun huwelijk in Düsseldorf
(1854-1888), afgewisseld met Kleef (1857-1857), Wageningen (1871) en Wiesbaden
(vanaf 1888).
Jacobus maakt samen met zijn vrouw reizen naar Duitse, Zwitserse, Nederlands en
Engels regio's, maar het liefst gaan ze naar Thüringen.
In 1895 sterft haar man Jacobus. Louise heeft zijn dood niet
kunnen verwerken en sterft in 1896 in, wat in de overlijdensakte wordt genoemd,
een “krankzinnigengesticht” in Zutphen.
Haar inboedel wordt verkocht via haar zwager de notaris W. Hoogvliet:
Louise en Jacobus krijgen een zoon: Alexander Lodewijk. Alexander wordt geboren op 9 september 1855 in Kleef. Helaas sterft Alexander al vroeg. Op zoek naar avontuur vaart hij in als matroos mee op het schoenerschip "Krommenie" naar Paramaribo. Op 14 augustus 1872 slaat hij overboord en verdrinkt. Alexander is slechts 16 jaar geworden. Over het ongeval is niets terug te vinden in de kranten. Wel verschijnt er een melding van zijn overlijden. Als datum wordt aangegeven 2 november.
Jacobus N. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer is een
avontuurlijk man die graag veel reist. Van
juni 1848 tot medio 1849 reist hij door
de Verenigde Staten (New York, Philadelphia, Virginia). Hij schrijft er over in
'Schetsen uit het leven te New York: de
Bowery des zaterdagavond'. De Bowery is een straat en buurt in New York. Met name de tabaksoogst in Virginia zal hij
graag schilderen.
Jacobus was een zeer verdienstelijke landschapsschilder,
evenals zijn broer Willem. Jacobus exposeert met regelmaat en nam deel aan
internationale tentoonstellingen, zoals in Oostenrijk (Künstlerhaus Wien), in
de Verenigde Staten (Pennsylvania Academy of the fine Arts, Philadelphia) en in
Nederland. In 1874 wint hij in Londen op een schilderijententoonstelling de
zilveren medaille met het schilderij “Een tabaksoogst in de Betuwe”.
Jacobus was lid van de Academie voor beeldende kunsten in
Amsterdam. In Düsseldorf was hij van 1854-1858 lid van de kunstenaarsvereniging
Mahlkasten, en van 1861-1888 van de Verein der Düsseldorfer Künstler.
Jacobus heeft de enige nog bestaande afbeelding gemaakt van
het ouderlijk buitenhuis van Cremer De Oldenhoff in Driel. Cremer laat zijn
vriendschap blijken door de bundel “Een Betuwsch klaverblad” op te dragen aan Jacobus.
Kenmerkend voor zijn werk zijn romantische bos- en rivierlandschappen in verschillende stemmingen van de dag, vaak geanimeerd door figuren uit het landelijke leven, maar ook door dieren.
Jacobus sterft na een langdurig ziekbed in 1895 in
Wiesbaden.
Het portret van Jacobus N. Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer geschilderd door zijn broer Willem was in eigendom van mw. Christine
J. Cheston-Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. Zij overleed in 2000 te
Baltimore (USA).
Laatst bijgewerkt: 30 december 2018